Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) krijgt meer ruimte om af te wijken van de regels. Scholen en werkgevers in de regio weten vaak wat er nodig is om leerlingen een goede opleiding te geven. Zij verdienen daarom meer vrijheid om hun onderwijs in te richten, vindt demissionair minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Teugels laten vieren
Een voorwaarde aan de ruimte die ze aanbiedt is dat belanghebbenden binnen de school en de regio ermee instemmen en dat de kwaliteit van het onderwijs op orde is. De regels moeten leidend zijn en daarom kiest de bewindsvrouw ervoor om ruimte in wet- en regelgeving te bieden aan scholen om af te wijken van de landelijke standaarden.
De afgelopen periode heeft Bussemaker de teugels al laten vieren bij scholen die hebben bewezen dat ze de extra vrijheid aankunnen. Zo kan worden afgeweken van de norm die bepaalt dat een leerling duizend uur les per jaar moet krijgen. Ook heeft de minister het mogelijk gemaakt om meer te variëren met de inhoud van opleiding met de introductie van keuzedelen. Nu wil ze een stap verder gaan, door bijvoorbeeld te kijken of er kan worden afgeweken van eisen rondom onderwijsduur.
Soepelere regels
Momenteel is in de wet vastgelegd hoe lang een opleiding duurt. Voor havo-scholieren is het mogelijk om een mbo-opleiding sneller te doorlopen. Voor werkenden kan het inkorten van een opleiding interessant zijn om weer een opleiding te gaan volgen. Soepelere regels zijn nodig om meer leerlingen te laten leren in de praktijk. In de praktijk ervaring opdoen verhoogt de kansen op de arbeidsmarkt. Het is zorgelijk dat het aantal studenten dat kiest voor het werkend leren (bbl) daalt. Om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om een leerwerkplek aan te bieden, maakt het kabinet bij de verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon een uitzondering voor leerlingen die bbl doen.
Mix van praktijk en theorie
Demissionair minister Bussemaker wil daarnaast een alternatief aanbieden voor de keuze tussen vier dagen werken, een dag naar school (bbl) en het overige. Het moet makkelijker worden om als school voor een leerling een mix van praktijk en theorie op maat samen te stellen. In de zorg wordt hier al mee geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met docenten die op locatie lesgeven. Hierdoor kunnen studenten in de zorg werken en leren tegelijk.